Beste Incubate-bezielers,
Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik heb afgelopen weekend in Tilburg lantaarnpalen omhelsd, een willekeurige Tilburgse stoep gekust en gevels trachten te berijden. Het klinkt enigszins wat plastisch van aard, maar steek het maar op een onhandige uiting van emotionaliteit die u bij mij teweeg bracht.
Want een festival als Incubate schudt mijn lijf, ziel en geest strak door elkaar. Alsof ik door een zelfgemaakte industriële machine van Author & Punisher wordt opgeslorpt.
Incubate: u bent een festival met visie. Een festival met lef. Een festival dat keuzes durft te maken. Fuck! Zoveel muzikale radicaliteit die het afgelopen weekend door en naast elkaar te horen en te ontdekken was! Uit jullie programma spreekt een programmatorische durf – die ik overigens ook terug vind bij het Utrechtse Le Guess Who? - waar ik stiekem rotjaloers op ben. Het is de belichaming van waar Unsound-organisator Mat Schulz onlangs over schreef onder de titel ‘Festivals in the curatorial age’ in het vooruitstrevende maandblad The Wire. Zijn punt: veeg bij het samenstellen van je festival al de stemmen in je hoofd weg die door je stakeholders werden ingefluisterd. En volg volop je eigen gut feeling.
Incubate: ik heb bijna maniakaal gestudeerd op de honderden onbekende namen, en – I confess –stootte daarbij zelfs op muzikale Belgen waar ik nog nooit van gehoord had. You got me! Heerlijk! En toch: wie het graag bovengronds hield, kon vrolijk surfen van Neneh Cherry over The Knife, kuierde van Surfer Blood naar Unknown Mortal Orchestra. Maar jullie ‘verplichten’ vooral om verder te grazen. ‘No Escape’ om het met de woorden van Cabaret Voltaire te zeggen.
Kortom: petje af en ik kniel zelfs even – bij wijze van pathetische symboliek - neer. En dat op de Tilburgse stoep die ik de nacht ervoor gekust heb. Uit respect omdat jullie in het landschap hét verschil maken. En radicale muziek noopt tot radicale liefde. Incubate: u raakt niet meer van mij verlost.
Van harte,
Kurt Overbergh
Artistiek Directeur AB
PS. Onderstaande acts maakten van mij afgelopen weekend een ander mens:
- Revelatie: King Dude ofte Johnny Cash meets Mark Lanegan. Hij zou in België met één vingerknip een instant held kunnen worden.
- Beste lawaai: (bijna sjamaan) Burial Hex die met black metal flirt en onze favoriete noisemaker Russell Haswell die het deed met Japanner Yasunda Tone.
- Jammerlijk mislukte DJ-set waar ik zo naar uit keek: Helena Hauff. Na drie kapotte platenspelers was de fun er ook voor haar af.
- Vreemdste samenwerking: de hedendaagse dub van King Midas Sound en de abstracte elektronica/gitaarklanken van Fennesz. Maar wat een topper!
- Beste jazz: Fire! als Absolute Hoogtepunt! En het al even geniale Lean Left.
- Beste punk: Fire! en Lean Left want beiden klinken even rauw als punk. The Ex mag het rijtje vervolledigen. Na 35 jaar nog steeds zo fris als een hoentje!
- Nieuwe trend gespot: algorave of dansen op algoritmes
- Ook de vluchtelingencrisis liet niemand ongemoeid: The Knife deed het met Ful en het programma ‘Europa Europa’. Confronterend, maar wel iets te langdradig en bij momenten wat kig. De heerlijke Nederlandse female hardcore punk Landverraad hekelde dan weer het landenconcept: ‘Naties zijn iets zijn dat ons werd opgedrongen’ en – alweer – Fire! die emotioneel verslag uitbracht over de toestand aan de Hongaarse grens.
- Onverwachte verrassingen: Samuel Kerridge, Rob Gordon, IIVVII en Afework Nigussie.
- Beste hardcore female punk: Landverraad, Snob, Vales en (nieuwe Belgische topper): Cocaine Piss die dra met Steve Albini de studio induiken.
- Beste kerkganger: het Belgische Monnik.
- Waaide voorbij zonder te kleven: Surfer Blood.
- Mooie vrouwenstemmen: de introverte folk van Meg Baird en de rammelpop van Lady Lamb.
- Beste ‘Thank you’: de posters die Incubate op de laatste dag overal liet ophangen met daarop ‘Thank You’. Respectvol. Want zonder publiek geen festival. Ooit steel ik het idee. En beweer nadien nooit van Incubate gehoord te hebben.