& presenteren
The Golden Glows herinterpreteren de prison songs zoals die door Alan Lomax en zijn vader John A. Lomax werden opgenomen. En Roland (Van Campenhout) brengt het beste van Lead Belly, de blueslegende die werd ontdekt door vader en zoon Lomax, weer tot leven.
In het kader van het eerbetoon aan etno-musicoloog Alan Lomax dat de AB in het najaar van 2009 organiseert, hebben The Golden Glows - een Antwerps trio met een voorliefde voor oude, wat âvergetenâ muziek â het bijzondere privilege om aan de slag te gaan met deze unieke muzikale erfenis. 2009 is het jaar van de blues voor The Golden Glows. Na 'A Songbook from the 20âs' (muziek uit de jaren â20) en 'A Folksongbook' (traditionals uit de 16e-19e eeuw), verschijnt eind dit jaar hun derde muzikale project, 'The Songbook of Blues'. De uitvoering van wat we gemakkelijkheidshalve A Prison Songbook zullen noemen, stond dan ook in de sterren geschreven...
The Golden Glows brengen, samen met een drummer en een zeskoppig mannenkoor, een selectie van Prison Songs, in 1947 geregistreerd door Alan Lomax in de oudste gevangenis van Mississippi, Parchman Farm. Het is, voor zover wij weten, de eerste keer dat dit kostbare erfgoed live wordt opgevoerd en bovendien ook een geschikt alibi om eens een andere kant van de groep te tonen. Daar waar de Glows doorgaans opteren voor zachte, intieme vocale pracht en een consequent doorgevoerd minimalisme, gaan ze bij deze gelegenheid voluit. Geruggensteund door zes potige mannenstemmen en een fenomenale drummer, creëren The Golden Glows een eenmalig en uniek optreden dat teert op rauwe energie en vocale power. Het staat nu al vast dat de AB op 10 oktober zal daveren tot in het diepst van zijn ziel...
Bram van Moorhem
Alan Lomax was niet alleen (door Jari Demeulemeester).
Talentscouts en fieldresearchers rotsten sinds eind 19de eeuw de wereld af, teneinde opnames te realiseren van de muziek van tot kort voordien cultureel totaal onbekende volkeren. Van het werk van velen onder hen zijn vele opnames op de markt gekomen. Folkways, Le Chant du Monde en Smithsonian zijn bekende platenlabels terzake. Bij de meest beroemde scouts en opnameleiders horen Chris Strachwitz, Harry Smith en in Groot-Brittannië A.L. Lloyd. Jari Demeulemeester leidt u een uurtje rond doorheen deze muzikale kostbaarheden.
Roland plays a selection of Lead Belly songs
Blueslegende LEAD BELLY werd ontdekt door Alan Lomax en diens vader John A. Lomax. In de jaren â30 reisden zij langs gevangenissen in het Zuiden van de Verenigde Staten om prison songs op te nemen. Daar ontmoetten ze Lead Belly en de rest is geschiedenis. Zijn âGood Night Ireneâ in een versie van The Weavers werd een nummer 1 hit en Nirvanaâs versie van âWhere Did You Sleep Last Night (In The Pines)â is ook in ieders geheugen gegrift. Maar daarnaast speelde Lead Belly nog zoân 500 songs bij mekaar. Wie anders dan onze eigen blueslegende Roland is het meest geschikt om daaruit een spannende selectie te brengen?
Huddie Ledbetter, beter bekend als âLead Bellyâ werd geboren in 1889 in Louisiana. Al op jonge leeftijd leerde hij gitaar spelen maar toonde hij ook interesse in accordeon, mandoline en piano. Later werd hij verliefd op een twelve-string gitaar en doopte haar âStellaâ. Huddie reisde met zijn muziek doorheen het Zuidwesten van de Verenigde Staten waar hij her & der werkte op de katoenvelden of bij de aanleg van spoorwegen. Zijn liedjes en stem maakte vooral indruk op de vrouwen en Lead Belly kreeg het regelmatig aan de stok met hun jaloerse liefjes. Tot 2 keer toe liep dat fataal af: hij werd in zowel 1918 als in 1930 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor moord. Terwijl hij die laatste straf uitzat in de Angola Prison Farm in Louisiana, klopte Alan en John A. Lomax aan om er prison songs op te nemen. Zo leerden zij Lead Belly kennen en zij kregen de kans om zijn muziek te introduceren in New York. Later verhuisde Huddie naar die stad en bouwde er een reputatie uit in het folk circuit. In 1949, exact 60 jaar geleden, overleed hij en liet een gigantische muzikale erfenis achter. Zijn bekendste liedjes zijn âGood Night Ireneâ (later een nummer 1 hit voor The Weavers) en âWhere Did You Sleep Last Night (In The Pines)â, bij ons beter bekend in een versie van Nirvana.
Najaar 2009 houdt AB een eerbetoon aan de Amerikaanse etno-musicoloog Alan Lomax (1915-2002). Dankzij diens pionierswerk kan iedereen kennis maken met de vroegste opnames van folksongs. Samen met zijn vader was hij verantwoordelijk voor de ontdekking van blueslegende Leadbelly en folkicoon Woody Guthrie. Lomax werd later de belangrijkste medewerker van het Archive of Folk Song of the Library of Congress in Washington.
In het kader van dit eerbetoon creëert de AB ook een nieuwe produktie. Toen The Golden Glows uit Antwerpen ons werden getipt door Stef Kamil Carlens, werden wij onmiddellijk van onze sokken geblazen door hun prachtige CD âA Folksongbookâ, een verzameling Britse en Ierse folk traditionals, Victoriaanse gedichten en 19-eeuwse ballades. Speciaal voor AB verzamelde dit trio enkele potige stemmen rond zich en maakten zij een unieke voorstelling rond de door Lomax opgenomen prison songs, zowel mannelijke als vrouwelijke.
Alan Lomax Prison Songs
The Golden Glows
Juni 1933, Texas.
John A. Lomax en zijn zoon Alan, toen amper 18, starten hun eerste expeditie onder supervisie van de Library of Congress. Met een primitieve Dictaphone machine maken ze veldopnames van authentieke volksmuziek ? werkliederen, oude ballades en blues. Een van de eerste haltes is een staatsgevangenis in Texas. âIk had alle klassieke muziek, alle hedendaagse muziek, alle kamermuziek en alle populaire muziek gehoord,â zou Lomax veel later verklaren, âmaar niets maakte zoân diepe indruk als de eenvoudige woorden en melodieën van die zwarte gedetineerden.â Het is het startschot voor een maniakale zoektocht naar folksongs die ruim zes decennia en drie continenten zou omvatten...
De Lomaxen hadden goede redenen om hun zoektocht in een staatsgevangenis te beginnen. Ze werkten namelijk vanuit de hypothese dat de oudste Afro-Amerikaanse liederen â slavenliederen uit de 19e eeuw â terug te vinden waren in een context die sterk deed denken aan de slavernij: de gevangenissen annex werkboerderijen in het zuidelijke Amerika van de jaren â30 kenden zware dwangarbeid, segregatie en zelfs openlijk racisme van blanke bewakers. Bovendien waren ze nieuwsgierig naar de liedjes die gedetineerden voor hun eigen plezier zongen: het was vaak hun enige vorm van entertainment en omdat de gevangenen compleet afgesneden waren van de buitenwereld, konden ze onmogelijk beïnvloed zijn door jazz of populaire muziek op de radio.
John en Alan Lomax vonden echter weinig songmateriaal dat terug te brengen was tot de slavernij. In 1933 was the sound of slavery al lang uitgestorven. Maar ze ontdekten iets helemaal anders: een nieuw muzikaal genre, een volstrekt origineel repertoire dat uitdrukking gaf aan de diepste gevoelens en fantasieën van de zwarte gedetineerden, dat soms tragisch, soms ironisch berichtte over de brutale condities in staatsgevangenissen. Deze liedjes, die varianten kenden in de meeste andere gevangenissen die Lomax tot halverwege de jaren â50 bezocht, zijn vandaag bekend als Prison Songs.
Prison Songs zijn sterk verwant aan de blues, maar hebben een aantal karakteristieke eigenaardigheden: ze zijn bedoeld om buiten, in het volle daglicht, gezongen te worden terwijl ze handelen over donkere, inktzwarte onderwerpen â afwezigheid, verlies, leegte. Beschrijvingen liggen voor de hand: bewakers, vluchten, de lengte van hun straf, geografische plaatsen in hun herinnering, vrouwen als bron van heil en onheil, ziekte, dood, vuurwapens en bikkelharde dwangarbeid. De taal van deze liederen is hoogst concreet, haast primitief, maar de themaâs zijn dat allerminst, die zijn overwegend negatief: on-liefde, on-vrijheid en on-belangrijkheid.
Prison Songs gaven het arbeidsritme aan voor mannen die hakten en klopten in een chain gang, ze mediëerden tussen sterken en zwakken, fungeerden als veiligheidsmechanisme bij levensgevaarlijke dwangarbeid, verzachtten het gemoed van de bewakers, amuseerden en troostten de zangers en gaven een zekere waardigheid terug aan zwarten die van zonsopgang tot zonsondergang onmenselijke arbeid verrichtten onder het alziend oog van gewapende opzichters. Prison Songs waren met andere woorden vitaal voor het mentale en fysieke overleven van de gevangenen.
Oktober, 2009. Brussel.