Ex-Culture Club diva imponeert ook solo.
“****”
(The Guardian)
“George hasn't been as enjoyable in ages.”
(The Independent)
Moeilijk om géén sympathie te hebben voor wijlen Culture Club-frontman Boy George. Begin jaren tachtig scoorde hij met zijn band aanstekelijke (en nog steeds actueel klinkende) hits als ‘Do You Really Want To Hurt Me?’, ‘Time (Clock Of The Heart)’, Church of the Poison Mind’ en ‘Karma Chameleon’. Een Brit Award, miljoenen verkochte platen en een Grammy staken ze vlot op zak.
Na Culture Club smeet hij zich op een solo carrière, werd DJ en werd helaas vaak voer voor paparazzi. Maar hij liet zich ook aan de zijde horen van o.a. The Pet Shop Boys, Anthony & The Johnsons (op diens fenomenale plaat ‘I am a Bird Now’) en scoorde sterk met Mark Ronson’s ‘Somebody to Love Me’ (waarmee hij ook op het AB podium stond in ’10).
Eind vorig jaar verscheen zijn jongste solo album – het eerste sinds 1996 (!) – ‘This Is What I do’ dat bulkt van reggae en seventies soul. Het album werd zowel gelauwerd door diverse en uiteenlopende media als De Standaard, de indie blog The Quietus als The Guardian (“The Comeback of the Year”). De Standaard wist de plaat goed te omschrijven: “Het straffe is de stem … soms zo laag gezakt dat de man wel Warron Zevon lijkt. En vaak aangrijpend echt.”
En neen, Boy George was géén jeugdzonde. Dat gelooft u toch zelf ook niet?
“Day One is pure klasse." (Ozark Henry)
"Beste nieuwe Belgische acts die ik sinds tijden gezien heb.” (Lazy Jay)
Support wordt niemand minder dan Day One die hoge ogen gooide bij hun deelname aan Eurosong 2014. Wie achter hun maskers schuilt is een vraag (ook al zegt onze onderbuik dat hier niemand dan – piep – tuut – storing - ….) die van ondergeschikt belang is. Verwacht u aan sterke vocalen en een batterij elektronica.